Krantenartikel
Ik wist niet dat je piano's moest stemmen.
Een jochie van vijftien, was de Rhedenaar Eddie Futselaar, toen hij in de Edese pianofabriek Rippen kwam werken. Een loopjongen met vers het LTS diploma op zak. Dat de blokfluit het enige instrument was waar hij zonder valse lucht een deuntje uit kon krijgen, bleek niet te deren. “Ik wist niet eens dat piano’s gestemd moesten worden”, lacht hij achteraf. Futselaar is nu al een kwart eeuw lid van het Gilde pianostemmers. Of piano techniekers, zoals hij zelf pleegt te zeggen.
Het bouwen, restaureren en stemmen van piano’s en vleugels in Ede boeide de jonge Futselaar mateloos. Een gedegen ambachtelijke opleiding aan het Amsterdamse Pianovakschool lag dan ook in het verschiet. Drie jaar lang reisde hij een aantal avonden per week naar de hoofdstad om daar het onderwijs te genieten. Hier kreeg hij de basis aangereikt als gediplomeerd piano stemmer/technieker.
In zijn huiskamer aan de Rhedense Buurtweg kan Futselaar uren vertellen over zijn beroep, hobby en passie. De kneepjes van het vak heeft hij zich zorgvuldig eigen gemaakt, zelfs in het buitenland bij Dietman, Young Chang piano’s en Kingsburg Piano’s van Yan Thai. Het gesprek gaat al snel over scheurtjes in de klankbodem, snaarbespanning, gietijzeren frames (pantserraam), vilten en onderdempers. Inmiddels weet de Rhedenaar een behoorlijk riedel onder de toetsen vandaan te krijgen. “Heb ik mezelf aangeleerd, dat gebeurt eigenlijk vanzelf als je de hele dag met piano’s werkt. Bovendien moet ik mijn klanten kunnen laten horen hoe hun piano klinkt, nadat deze onder handen is genomen".
Acht jaar nadat Futselaar de Edese fabriek binnenstapte, startte hij zijn eigen bedrijf. Het stemmen en repareren van piano’s en vleugels vergt nog steeds het merendeel van zijn tijd. In een uurtje zorgt hij voor reine klanken met een harmonieuze samenhang, want die is onontbeerlijk. “Als ik de deur uitloop bij een klant, dan is de piano of vleugel weer perfect op toon”.
Eind jaren 80 hield hij er bijna mee op. Destijds raakte het keyboard in zwang’ en “die hoef je niet te stemmen”. Maar sinds de jaren ‘90 zijn de klassieke piano’s weer volop terug.
Het werkgebied van Futselaar strekt zich uit over heel Nederland. Klanten in Hoorn, Middelburg en Rotterdam zijn geen uitzondering. “De reclame gaat van mond tot mond”. Zijn klantenkring heeft een gemęleerde samenstelling, van goedwillende amateurs die af en toe wat spelen tot mensen die elke dag fanantiek spelen.
In de werkplaats achter zijn huis herbergt hij een paar losgeschroefde piano’s en vleugels. Daar werkt de Rhedenaar in zijn vrije tijd aan. Pure hobby, licht hij toe. Soms werkt Futselaar maanden achtereen om een piano of vleugel te reviseren. Het gietijzeren frame opnieuw spuiten, nieuwe hamers erin, de klankkast van een spietje voorzien en natuurlijk de oude snaren vervangen. De merknaam wordt er met een penseeltje opgeschilderd. De finishing touch. Futselaar verteld “ik ben pas tevreden als hij weer perfect klinkt”. Futselaar neemt geen genoegen met bijna goed. “Ik reken het maar niet in uurloon om”, het is een hobby en ik vind het leuk om een opgeknapte piano of vleugel tegen een schappelijke prijs aan een enthousiaste klant te verkopen. “Daar hoef ik niet rijk van te worden”, bezweert hij.
Opeens valt ons oog op een paar vleugels waaronder een concertvleugel met een wel hele bekende reclame opdruk. Met een knipoog vertelt Futselaar dat hij trots is deze vleugel heel vaak te mogen verhuren aan de meesterpianist Jan Vayne, die in de loop der jaren een goede vriend is geworden. Inmiddels schromen vele bekende artiesten zich niet om de kleine (grote) Futselaar te bellen om gebruik te maken van zijn vleugels en piano’s.
Bron: De Gelderlander